Steun
www.wikiquery.nl-nl.nina.az
Planten Viridiplantae binnen de Archaeplastida oorspronkelijk Plantae zijn organismen die zich niet kunnen voortbewegen en die fotosynthese vertonen Planten Fossiel voorkomen Mesoproterozoicum hedenTaxonomische indelingDomein EukaryotaClade ArchaeplastidaClade ChloroplastidaRijkPlantae Haeckel 1866 Afbeeldingen op Wikimedia CommonsPlanten op WikispeciesPortaal Biologie De naam Plantae wordt niet meer voor een taxonomische eenheid gebruikt maar oorspronkelijk had het vooral betrekking op de zaadplanten naaktzadigen en bedektzadigen varens en verwanten wolfsklauwen paardenstaarten en echte varens en mossen inclusief levermossen en hauwmossen en een aantal uitgestorven groepen zoals de zaadvarens Ook werden soms bepaalde groepen groene algen tot de planten gerekend zoals de kranswieren Bij de uitdrukking bloemen en planten gaat het in het gewone spraakgebruik vaak om kruidachtige soorten van de bedektzadigen Angiospermae bijvoorbeeld snijbloemen sierplanten kamerplanten tuinplanten kuipplanten en potplanten Deze worden dan voor een deel geplaatst tegenover de houtige planten zoals de struiken en bomen Samen vormen ze slechts een klein deel van de Viridiplantae OmgrenzingDe term planten kan min of meer losjes gebruikt worden zonder dat wordt aangegeven of het om een oude omgrenzing om de meer moderne of om een nog nauwer begrensde groep gaat bijvoorbeeld alleen de vaatplanten de zaadplanten de bedektzadigen of zelfs de bloemplanten Historisch gezien is de definitie van de planten aan verandering onderhevig geweest Met planten werd vaak bedoeld alle organismen die traditioneel door plantkundigen worden bestudeerd de meercellige eukaryote fotosynthetiserende organismes soms zelfs samen met de schimmels Oorspronkelijk omvatten de planten in de oude ruime betekenis ongeveer dus landplanten zoals vaatplanten mossen groenwieren schimmels en korstmossen blauwalgen diatomeeen bruinwieren en roodwieren Op deze manier opgevat is de term plant een ecologische term net zoals de term algen Oudere teksten gebruiken vaak deze traditionele omgrenzing De fotosynthetische prokaryoten de blauwalgen of cyanobacterien worden niet meer tot de planten gerekend Dit geldt tevens voor een hele reeks van groepen van protisten zoals de roodwieren of de bruinwieren De schimmels werden oorspronkelijk ook tot de planten gerekend maar volgens meer recente opvattingen zijn ze nauwer verwant aan de dieren De schimmels worden nu dan ook in een eigen rijk ingedeeld Fungi in de supergroep van de Unikonta samen met de rijken van de dieren en de Amoebozoa Hoewel in moderne opvattingen de planten het rijk Viridiplantae omvatten is het is ook mogelijk om de gehele supergroep Archaeplastida op te vatten als planten dus inclusief algengroepen als de kranswieren de groenwieren en de roodwieren Voor de opkomst van de moleculaire biologie was het systematisch onderzoek aan de verschillende plantengroepen en in het bijzonder de fylogenie gebaseerd op morfologische en anatomische kenmerken en op de analyse van de levenscycli Traditionele methoden worden nog steeds gebruikt bij het onderzoek aan uitgestorven fossiele planten Door blauwwieren Cyanobacteria gevormde stromatolieten op het strand Rhynia gwynne vaughanii dwarsdoorsnede van een stengel Veelwortelig kroos bestaande uit afgeplatte stengels en wortels onder water Macrocystis pyrifera reuzenkelp een bruinwier met stengels en bladeren BouwplanZaadplanten Zie Plantenmorfologie en Beschrijvende plantkunde voor de hoofdartikelen over dit onderwerp De typische bouw van zaadplanten omvat drie hoofdorganen wortels stengels en bladeren wortels ondergronds zelden bovengronds Stengels bovengronds soms ondergronds deze dragen de bladeren Bladeren langs de stengels Op de drie hoofdorganen bestaan veel variaties vaak afhankelijk van hun functie Bloemen zijn te beschouwen als omgevormde stengels met bladeren Organen als wortels bladeren of stengels kunnen ontbreken of sterk gereduceerd zijn Varens en wolfsklauwen Planten uit andere groepen zoals de varens en de wolfsklauwen hebben een iets andere bouw waarvoor vaak een eigen terminologie bestaat Om deze bouw en de evolutie daarvan goed te kunnen verklaren is voor deze groepen in het verleden de teloomtheorie opgesteld Mossen Sterker afwijkend zijn de levermossen mossen hauwmossen omdat het bij deze planten om haploide gametofyten gaat en niet zoals bij de voorgaande groepen om diploide sporofyten Bij de bebladerde levermossen en bij mossen zijn er structuren die sterk gelijken op stengels en bladeren maar met wortels vergelijkbare structuren zijn er niet Bij hauwmossen en de thalleuze levermossen bestaat de plant uit een min of meer vlak en gelobd thallus Algen Zie ook Algen Een zeer heterogene groep wordt gevormd door de algen die een hiervan afwijkende bouw en generatiewisseling hebben Het meest verwant aan de planten zijn de groenwieren en de kranswieren Taxonomische indelingDe formele botanische nomenclatuur naamgeving van planten wordt tegenwoordig geregeld door de International Code of Nomenclature for algae fungi and plants ICBN Tegenwoordig worden in de biologie bijna uitsluitend fylogenetische classificatiesystemen gevolgd die de planten aan de hand van hun afstamming indelen Hierbij gelden alleen de groenwieren Chlorophyta de kranswieren Charophyta en de Prasinophyta naast de landplanten Embryophyta als echte planten te weten de Archaeplastida of Primoplantae Al deze organismen bevatten chlorofyl a en b en slaan fotosynthetisch geproduceerde suikers in de vorm van zetmeel op in plastiden zoals chloroplasten en leukoplasten De celwanden van deze organismen bestaan uit het macromolecuul cellulose een polymeer van druivensuiker Wanneer plantaardige cellen delen moeten zij een nieuwe celwand vormen tussen beide dochtercellen Dit wordt bewerkstelligd door de vorming van een fragmoplast een systeem van langs de as van de celdeling georienteerde microtubuli die helpt bij het begeleiden van de afzetting van cellulose Dit is ook een belangrijk verschil met de groenwieren die een tijdens de mitose vormen waarbij de microtubuli loodrecht liggen op de as van de celdeling Alleen planten en kranswieren hebben celdeling met behulp van een fragmoplast Moderne indeling Tegenwoordig wordt een indeling als de onderstaande gebruikt waar de wat nauwer omgrensde groep van planten is te vinden binnen de Archaeplastida Linnaeus 1735 2 rijken Haeckel 1894 3 rijken Whittaker 1969 5 rijken Woese 1977 6 rijken Woese 1990 3 domeinen Cavalier Smith 1998 2 domeinen en 6 rijken Keeling 2004 3 domeinen en 5 supergroepenAnimalia Animalia Animalia Animalia Eucarya Eukaryota Animalia Eukaryota UnikontaVegetabilia Plantae Fungi Fungi Fungi ExcavataPlantae Plantae Plantae ArchaeplastidaProtista Protista Chromista Chromalveolataniet behandeld Protista Protozoa RhizariaMonera Archaebacteria Archaea Prokaryota Bacteria ArchaeaEubacteria Bacteria Bacteria Een indeling van de supergroep Archaeplastida Primoplantae Supergroep Archaeplastida Primoplantae deze groep met alles wat hieronder valt kan planten worden genoemd Rijk Rhodoplantae Stam Rhodophyta Roodwieren Stam Stam Chlorophyta Groenwieren Stam Charophyta Kranswieren Stam Anthocerotophyta Hauwmossen een kleine groep van thalleuze levermosachtige planten Stam Bryophyta Bladmossen ook wel echte mossen bijvoorbeeld Sphagnum Veenmos Mnium Tortula muralis Gewoon muursterretje Stam Stam Stam Lycopodophyta met Wolfsklauwen en Paardenstaarten Stam Pteridophyta Varens Stam Progymnospermophyta Stam Cycadophyta Palmvarens Stam Stam Ginkgophyta Stam Coniferophyta Coniferen Naaldbomen Coniferae Coniferales Stam Gnetophyta met Gnetum Ephedra en Welwitschia li ul li ul li ul li ul li ul Bedektzadigen Er zijn in het verleden verschillende indelingen gebruikt die regelmatig ook nog worden aangepast bijvoorbeeld het Engler systeem en het Wettstein systeem Arthur Cronquist publiceerde in 1981 het Cronquist systeem In de negentiger jaren is door de Angiosperm Phylogeny Group een nieuwe indeling gepubliceerd zie ook het boek van W S Judd en anderen gebaseerd op het DNA van chloroplasten bij bedektzadigen De nieuwste indeling is APG IV 2016 dit wordt ten dele in de Nederlandstalige Wikipedia gebruikt De indeling omvat een klein gedeelte van de planten de bedektzadigen maar dus niet de naaktzadigen de varens de bladmossen de levermossen en de hauwmossen Oudere indelingen In de literatuur zijn allerlei andere indelingen te vinden Zo is er de tweedeling Thallophyta versus Cormophyta waarbij de Cormophyta de planten zijn met een opbouw vanuit een centrale stengel met daaraan bladeren ze hebben meestal ook een wortel De Thallophyta zijn dan alle andere plantvormen algen wieren korstmossen paddenstoelen schimmels enz De naam Thallophyta heeft betrekking op een niet natuurlijke eenheid een zogenaamde parafyletische groep en wordt eigenlijk niet meer gebruikt De naam Cormophyta heeft wel betrekking op een natuurlijke groep maar deze wordt tegenwoordig veelal Embryophyta genoemd Een systeem dat de naam Cormophyta gebruikte is het Wettstein systeem Historische namen van verschillende groepen in het Plantenrijk Cryptogamae Thallophyta Arrhizophyta lagere planten Prokaryoten Protophytae Schizophyta Monera BacteriaAlgen s l Cyanophytathallofyten zonder archegonia Algae s s Fungi Schimmelsappendix LichenesEmbryophyta Planten s s Archegoniatae Bryophyta s l Astelocormophyta HepaticaeMusciAnthocerotaeCormophyta Tracheophyta Rhizophyta Stelocormophyta Vaatcryptogamen Varens Lycophyta Pteridophyta Phanerogamae Fanerogamen Spermatofyta Lignophyta GymnospermaeAngiospermae Anthophyta MonocotyledonaeDicotyledonae Een andere tweedeling is die in Cryptogamae versus Phanerogamae waarbij de Phanerogamae de zaadplanten zijn tegenwoordig meestal Spermatophyta of Spermatopsida geheten De Cryptogamen zijn dan de rest de lagere planten zonder eenvoudig herkenbare voortplantingsorganen De Cryptogamen vormen geen natuurlijke eenheid maar de naam wordt nog steeds gebruikt omdat het een gemakkelijke verzamelterm die een aantal moeilijker in te delen organismes onder een noemer samenbrengt varens wolfsklauwen mossen korstmossen algen protisten Ook de naam Plantae is tamelijk verouderd Bij zijn indeling in drie rijken dieren planten en mineralen gebruikte Linnaeus de naam Plantae voor een groep die vandaag de dag buitengewoon ruim gedefinieerd lijkt De wat verouderde indeling waarin de planten nog voorkomen is Linnaeus 1735 Haeckel 1866 Chatton 1925 Copeland 1938 Whittaker 1969 Woese e a 1990 Cavalier Smith 19982 rijken 3 rijken 2 rijken 4 rijken 5 rijken 3 domeinen 6 7 rijken niet behandeld Protista Prokaryota Monera Monera Bacteria BacteriaArchaea ArchaeaEukaryota Protoctista Protista Eucarya Protozoa Chromista Vegetabilia Plantae Plantae Plantae PlantaeFungi FungiAnimalia Animalia Animalia Animalia AnimaliaFlora Zie Flora plantkunde voor het hoofdartikel over dit onderwerp Flora s zijn in eerste instantie systematische inventarisaties van taxa soorten geslachten families die voorkomen in een bepaald gebied bijvoorbeeld Belgie Nederland Het betreft traditioneel beperkte groepen zoals kranswieren korstmossen mossen levermossen of vaatplanten Zie Flora overzichtswerk voor het hoofdartikel over dit onderwerp Meestal zijn deze soortenlijsten voorzien van determinatiesleutels en van morfologische plantengeografische en ecologische gegevens Op een dergelijke publicatie is de benaming flora overgegaan Vaak zijn de taxonomische indelingen aangepast voor lokaal gebruik en zijn namen in de lokale taal of talen toegevoegd Voor het Nederlandse taal gebied zijn verschillende flora s gemaakt onder andere De voorloper van de huidige Heukels Flora van Nederland gebruikte vanaf 1934 het systeem van Wettstein in Handbuch der systematischen Botanik een nauw verwant systeem is dat van Engler in Die naturlichen Pflanzenfamilien De indeling in de Heukels Flora van Nederland 1996 gaat uit van Cronquist maar in een aangepaste versie Het Cronquist systeem 1981 gebruikt de naam Magnoliophyta voor de bedektzadigen en Magnoliopsida voor de dicotylen en onderscheidt zes onderklassen in de dicotylen onder andere de Magnoliidae De Heukels gebruikt de naam Magnoliopsida voor de bedektzadigen en Magnoliidae voor de dicotylen verder worden de oorspronkelijke onderklassen in rang teruggezet tot superorden Daarentegen baseert de 23ste druk van Heukels Flora van Nederland 2005 zich op een ander systeem Het APG II systeem is grotendeels gebaseerd op chloroplast DNA Dit APG II systeem gebruikt boven het niveau van orde geen formele botanische namen maar gebruikt namen van clades angiosperms eudicots rosids eurosids I Deze Heukels Flora van Nederland gebruikt een licht aangepaste versie van dit systeem een vertaling van de weergave in The Plant book 2006 Hierin zijn de zaadplanten de klasse Spermatopsida geworden Tussen klasse en orde worden geen rangen gebruikt maar Nederlandstalige namen voor clades zoals Bedektzadigen Tweezaadlobbigen Rosiden Fabiden Ondertussen is er in 2016 het APG IV systeem gepubliceerd Het is de opvolger van het APG III systeem In 2022 is de KNNV begonnen met de uitgave van de Nova Flora Neerlandica omdat ondanks dat de Nederlandse flora goed bekend is er nog geen standaardwerk beschikbaar was met een uit gebreide behandeling en alle recente gegevens van alle plantensoorten Nova Flora Neerlandica is bedoeld als het standaard werk over de flora van Nederland De nomenclatuur van de hogere taxa kan licht tot verwarring leiden zo gaat de Flora van Belgie het Groothertogdom Luxemburg Noord Frankrijk en de aangrenzende gebieden uit van de bloemplanten Anthophyta en plaatst deze in de zaadplanten Spermatophyta De schade zal meevallen wanneer er beschrijvende namen gebruikt worden zie Art 16 van de ICBN zoals Spermatophyta zaadplanten of Spermatopsida Angiospermae bedektzadigen of Anthophyta bloemplanten alsook Monocotyledones en Dicotyledones Het is echter in de mode geraakt om een naam te gebruiken gevormd uit een familienaam zoals Magnoliopsida Magnoliidae vanuit de familienaam Magnolicaceae deze familienaam moet op zijn beurt gebaseerd zijn op een genusnaam Het enige onderlinge verschil tussen zulke namen is de uitgang welke de rang aangeeft en rang kan veranderen met elke publicatie van weer een systeem Volgens de Heukels van 1996 zijn Magnoliopsida de bedektzadigen de bloeiende planten volgens de flora van Belgie zijn het echter de tweezaadlobbigen dat is geen inhoudelijk verschil van inzicht maar alleen een gering verschil van opschrijven Dergelijke namen zeggen dus alleen iets binnen een vooraf gedefinieerd maar vluchtig kader VegetatieZie Vegetatie en Vegetatiekunde voor de hoofdartikelen over dit onderwerp Vegetatie zijn alle planten die op zich een bepaalde plek hebben gevestigd en zich daar uit zichzelf spontaan hebben gerangschikt Planten treden vaak op in karakteristieke groepen de zogenaamde plantengemeenschappen Vaak vormt de vegetatie als de basis van een land ecosysteem De term aanplant wordt gewoonlijk voor door de mens doelbewust geplante begroeiing gebruikt de termen plantengroei en begroeiing zijn meer neutraal en kan zowel op vegetatie als op aanplant slaan LevensprocessenEen jong plantjeUitgedroogde afgestorven potplantenZie Plantenfysiologie Fotosynthese en Plantaardige cel voor de hoofdartikelen over dit onderwerp De bouwstoffen van een plant worden voor een belangrijk deel uit de lucht opgenomen Door fotosynthese zet een plant met behulp van energie uit zonlicht koolstofdioxide en water om in suikers glucose met als bijproduct zuurstofgas Deze suikers vormen de belangrijkste stof waarvan een plant gebouwd wordt Het fotosyntheseproces vindt plaats in de chloroplasten die zich in alle groene delen van een plant bevinden Bladgroen of chlorofyl is een biologisch pigment dat samen met andere rode en gele pigmenten planten helpen om zo veel mogelijk licht te vangen De wortels van de vaatplanten nemen water op met de daarin opgeloste mineralen zoals fosfaten en nitraten De opgenomen water en voedingsstoffen transporteert de plant door vaatbundels met xyleem en floeem Het xyleem vervoert water met opgeloste mineralen naar de rest van de plant en het floeem transporteert suikers en andere voedingsstoffen naar plaatsen waar ze gebruikt of opgeslagen worden zoals de wortels Er bestaan ook vleesetende planten Deze halen hun stikstofbevattende voedingsstoffen niet uit grond maar uit gevangen insecten De meeste planten hebben zuurstof nodig om te groeien zowel bij de bovengrondse delen als bij de wortels Er zijn maar weinig planten die zonder zuurstof bij de wortels kunnen overleven Waterplanten hebben vaak luchtkanalen door de plant naar de wortels Voorbeelden van planten die in een zuurstofarm milieu kunnen groeien met de wortels zijn waterplanten tredplanten en mangroves De groei van een plant hangt af van een aantal factoren Als eerste is de groei genetisch bepaald De mate van groei wordt verder bepaald door de omgeving Abiotische factoren zoals licht temperatuur de aanwezigheid van water en de aanwezigheid van voedingsstoffen hebben invloed op de groeisnelheid van de plant Biotische factoren hebben ook invloed op de plant Planten concurreren met andere planten om licht water ruimte en voedingsstoffen Sommigen planten hebben dieren zoals vogels en insecten nodig om te kunnen overleven of voort te planten Door dieren kan een plant schade oplopen bijvoorbeeld door betreding en begrazing De vruchtbaarheid van de bodem wordt bepaald door schimmels en bacterien wat weer invloed heeft op de groei van de plant Andere organismen kunnen parasiteren op planten wat nadelig is voor de groei Wortels van de meeste planten kunnen bepaalde mycorrhizaschimmels of bacterien nodig hebben voor de groei Levenscyclus en levensduur van zaadplanten monocarpisch hapaxant eenmaal bloeiend eenjarige plant tweejarige plant struik li ul li ul li td tr tbody table Planten kunnen worden ingedeeld volgens hun levensvorm en hun levensduur Eenmaal bloeiende planten Eenjarig Tweejarig Meerjarig Overblijvende planten bloeien meerdere malen Vaste planten overblijvende kruiden Houtige planten zoals struiken en bomen De groeisnelheid van de plant is erg divers Sommige mossen groeien ongeveer 0 001 mm h terwijl veel bomen met een snelheid van 0 025 0 250 mm h groeien Sommige planten zoals kudzu Pueraria lobata groeien met de snelheid van 12 5 mm h Planten beschermen zichzelf tegen vorst en uitdroging door antivries eiwitten hitteschok eiwitten en suikers LEA zorgt ervoor dat eiwitten niet samenklonteren als gevolg van uitdroging of bevriezing section PlantenecologiePlanten zorgen door fotosynthese voor het overgrote deel van alle energie in land ecosystemen In zee zijn het meest fotosynthetische groepen algen die zorgen voor de energieomzetting Door fotosynthese is in de loop van de tijd de samenstelling van de atmosfeer veranderd De meeste dieren en andere organismen zijn afhankelijk van zuurstof Toen planten gedurende het Ordovicium 485 443 Ma aan land kwamen werden ze de belangrijkste zuurstofproducenten op het land en vormden ze de producenten en zo basis van de voedselketens in ecosystemen Bovendien zijn planten noodzakelijk voor de primaire consumenten herbivoren de dieren omdat ze onderdak voedsel en zuurstof afnemen van de plant Planten zijn het belangrijkst in de waterkringloop Doordat sommigen planten mechanismen ontworpen hebben om stikstof te binden spelen ze ook een grote rol in de stikstofkringloop De wortels van een plant spelen bovendien een belangrijke rol in de ontwikkeling van de bodem en het voorkomen van erosie StudiesPlantkunde of botanie is in de oudere vage omgrenzing de studie van het plantenrijk Over het algemeen wordt de mycologie hier niet meer onder begrepen meestal dan weer met de uitzondering daarop van de lichenologie Floristiek is de studie van de verspreiding van de wilde flora van het spontane voorkomen van planten en dus een onderdeel van de plantengeografie Bronnen noten en of referenties Strother PK Battison L Brasier MD Wellman CH 2011 Earth s earliest non marine eukaryotes Nature 473 7348 505 509 PMID 21490597 DOI 10 1038 nature09943 Holt J R and C A Iudica 2012 Diversity of Life en Woese C R Kandler O amp Wheelis M L 1990 Towards a natural system of organisms proposal for the domains Archaea Bacteria and Eucarya Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America 87 12 4576 9 PMID 2112744 PMC 54159 DOI 10 1073 pnas 87 12 4576 de Heukels kiest voor de naam Spermatopsida en Copeland H 1938 The kingdoms of organisms Quarterly Review of Biology 13 4 383 420 DOI 10 1086 394568 en Whittaker RH 1969 New concepts of kingdoms of organisms Science 163 3863 150 60 DOI 10 1126 science 163 3863 150 en Woese C Kandler O Wheelis M 1990 Towards a natural system of organisms proposal for the domains Archaea Bacteria and Eucarya PNAS 87 12 4576 9 DOI 10 1073 pnas 87 12 4576 en Cavalier Smith T 1998 A revised six kingdom system of life Biological Reviews 73 3 203 66 PMID 9809012 DOI 10 1111 j 1469 185X 1998 tb00030 x 2 Bande 1901 08 3 Auflage 1924 4 Auflage 1933 1935 APG 2003 An update of the Angiosperm Phylogeny Group classification for the orders and families of flowering plants APG II Botanical Journal of the Linnean Society 141 399 436 nl The Angiosperm Phylogeny Group M W Chase M J M Christenhusz M F Fay J W Byng W S Judd D E Soltis D J Mabberley A N Sennikov P S Soltis P F Stevens 2016 An update of the Angiosperm Phylogeny Group classification for the orders and families of flowering plants APG IV Literatuur de Haeckel E H P A 1866 Generale Morphologie der Organismen Verlag von Georg Reimer pp vol 1 i xxxii 1 574 pls I II vol 2 i clx 1 462 pls I VIII nl Kalkman C 1972 Mossen en vaatplanten bouw levenscyclus en verwantschappen van de Cormophyta A Oosthoek s uitgeversmaatschappij N V Utrecht nl Lanjouw J 1968 Compendium van Pteridophyta en Spermatophyta Academische Paperback Oosthoek s Uitgeversmaatschappij NV nl Stoffers A L red 1982 Compendium van de Spermatophyta Bohn Scheltema amp Holkema Utrecht AntwerpenExterne linksIntegrated Taxonomic Information System Taxonomisch informatiesysteem Het Nederlands Soortenregister het overzicht van de Nederlandse biodiversiteit Alles over tuinieren Groeiinfo com Hoofdindeling van Eukaryoten Indeling in domeinen en supergroepen Bacteria met ongeveer 9 stammen Archaea met ongeveer 5 stammen Eukaryota Unikonta Amoebozoa Opisthokonta Excavata Bikonta Chromalveolata Archaeplastida Verouderde indeling in rijken Rijken dieren Animalia planten Plantae algen schimmels Fungi protisten moneren prokaryoten Plantkunde en deelgebieden Geobotanie planten als onderdeel van de biosfeer Plantengeografie adventief areaal beschermingsstatus bioom endemie exoot flora floradistrict floristiek hoogtezonering invasieve soort Plantengeografie status stinsenplant uitsterven verspreidingsgebiedPaleobotanie archeobotanie dendrochronologie fossiele planten gyttja palynologie pollenzone varens veenVegetatiekunde amp plantenoecologie abundantie associatie bedekking biodiversiteit biotoop boomlaag bos Braun Blanquet methode broekbos climaxvegetatie clusteranalyse coenocline concurrentie constant taxon contactgemeenschap differentierend taxon dwergstruweel ecologische gradient ecologische groep Ellenberg indicatorwaarde gemeenschapsgradient grasland heide kentaxon kruidlaag kwelder minimumareaal moeras moslaag ordinatie pioniersoort plantengemeenschap potentieel natuurlijke vegetatie presentie regenwoud releve ruigte savanne schor steppe struiklaag struweel successie syntaxon syntaxonomie Tansley methode toendra tropisch regenwoud trouw veen vegetatie vegetatielaag vegetatieopname vegetatiestructuur vegetatietype vergrassing verlandingIdiobotanie planten onder gecontroleerde omstandigheden Plantenmorfologie amp anatomie beschrijvende plantkunde adventief apoplast blad bladgroenkorrel bladstand bloeiwijze bloem bloemkroon boomkruin celwand chloroplast collenchym cortex cuticula eicel epidermis felleem fellogeen felloderm fenologie floeem fytografie gameet gametofyt groeivorm haar houtvat huidmondje hypodermis intercellulair intercellulaire ruimte kelk kroonblad kurk kurkcambium kurkschors levensduur levensvorm merg meristeem middenlamel palissadeparenchym parenchym periderm plantaardige cel plastide schors sclereide sclerenchym spermatozoide sponsparenchym sporofyt stam steencel stengel stippel symplast tak thallus topmeristeem trachee tracheide tylose vaatbundel vacuole vrucht wortel xyleem zaad zaadcel zeefvat zygotePlantenfysiologie ademhaling bladzuigkracht evapotranspiratie fotoperiodiciteit fotosynthese fototropie fytochemie gaswisseling geotropie heliotropisme nastie plantenfysiologie plantenhormoon rubisco stikstoffixatie stratificatie transpiratie turgordruk vernalisatie winterhard worteldrukPlantensystematiek taxonomie botanische nomenclatuur Angiosperm Phylogeny Group APG I systeem APG II systeem APG III systeem APG IV systeem algen botanische naam cladistiek Cormophyta cryptogamen classificatie embryophyta endosymbiontentheorie endosymbiose evolutie fanerogamen fylogenie generatiewisseling groenwieren hauwmossen kernfasewisseling korstmossen kranswieren landplanten levenscyclus levermossen mossen PPG I systeem Pteridophyte Phylogeny Group roodwieren varens zaadplanten zeewierOverig Bijzondere plantkunde algologie bryologie dendrologie fycologie lichenologie mycologie pteridologie WikiWoordenboek Zoek plant op in het WikiWoordenboek Mediabestanden Zie de categorie Plantae van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp Wikispecies Wikispecies heeft een pagina over Plantae
Bovenkant