Interspecifieke interacties Soort A Soort B Voordeel Neutraal NadeelVoordeel mutualisme symbiose s s commensalisme parasitismeNeutraal commensalisme epifytisme bij planten amensalismeNadeel parasitisme amensalisme concurrentie Epifyten zijn organismen die op levende planten groeien zonder hieraan voedingsstoffen te onttrekken in tegenstelling tot parasieten De term komt uit het Grieks van epi op en phyton plant Ook planten die op boomschors en die op bladeren groeien worden tot de epifyten gerekend De plant waarop de epifyten groeien wordt de forofyt draag plant genoemd Boom met epifytenBloeiendeterminologie in verband met epifytisme lignicool of epixyl groeiend op dood hout vermolmd of droog op schors corticool endofloisch of endofloeodisch in de schors van bomen groeiend meestal tussen de kurklagen groeiend endoxyl in dood hout groeiend foliicool op bladeren groeiend epifyl op de bovenzijde van bladeren groeiend fungicool of epimycotisch op paddenstoelen schimmels epibry op mossen groeiend li ul De bekendste epifyten zijn bepaalde soorten mossen korstmossen orchideeen bromelia s en dan met name Tillandsia s en Vriesea s en ook algen die als groene of roodachtige Trentepohlia aanslag op boomstammen zijn te zien De meeste soorten epifyten komen voor in het tropisch regenwoud maar epifytische mossen en korstmossen zijn in vrijwel elke omgeving waar bomen groeien te vinden Voeding nutrientenNet zoals elke plant hebben epifytische planten nutrienten nodig naast water en CO2 om te kunnen groeien In tegenstelling tot de meeste planten hebben ze echter geen wortels die in de grond reiken ze kunnen daar dus geen voedingsstoffen vergaren Verschillende epifyten lossen dit op verschillende manieren op Mossen zijn vooral afhankelijk van stof en in het regenwater opgeloste nutrienten Vogelnestepifyten epifyten met een bouw in de vorm van een nest hebben een structuur die bladafval opvangt Deze planten halen hun nutrienten uit verterende bladeren Daarbij komt dat de verterende massa een aantrekkelijke plaats wordt voor insecten die op hun beurt mest en dode dieren achterlaten Sommige van deze nesten bevatten hele kolonies mieren die voedsel naar de plant slepen Andere planten zoals sommige bromelia s hebben een reservoir Hierin kunnen verschillende dieren leven zoals kikkers die de plant bemesten Ook zijn er planten met holle structuren waarin mieren leven die de plant van nutrienten voorzien Zo n plant heeft zowel gladde als ruwe kamers De gladde kamers zijn geschikt voor de verzorging van de mierenlarven De ruwe worden gebruikt als dumpplek voor afval hier neemt de plant zijn voedingsstoffen op Andere epifyten zoals sommige bekerplantsoorten zijn carnivoor en krijgen hun voedingsstoffen via het vangen van insecten Marine epifytenMarine organismen die als epifyt leven zijn niet altijd plantaardig Onder andere mosselen en sponzen kunnen epifyten zijn Zie ooklevensvorm substraatReferentiesPoelt J 1974 Bestimmungsschlussel Europaischer Flechten J Cramer Vaduz Vegetatiekunde Algemene begrippen concurrentie contactgemeenschap dood hout fytocoenon fytosociologie natuurlijke vegetatie plantengemeenschap plantensociologie plantensociologische nomenclatuur SynBioSys vegetatie vegetatiekundeBiogeografie adventief archeofyt areaal autochtoon beschermingsstatus cultuurgewas cultuurvolger disjunct verspreidingsgebied eilandbiogeografie endemie exoot extinctie florarijk floristiek inburgering inheems invasieve soort kosmopoliet massa extinctie Rode Lijst van de IUCN status uitsterven verspreidingsgebied vestigingLevensvorm bladrozet bladverliezend boom chamefyt dwergstruik epifyt fanerofyt geofyt grasachtige plant groenblijvend helofyt hemikryptofyt houtige plant hydrofyt klimplant kruidachtig liaan loofboom naaldboom slingerplant struik succulent therofyt winterhardStandplaats boomgrens ecologische groep Ellenberg indicatorwaarde extremofiel freatofyt halofiel halofyt hellingbos helofyt indicatorplant indicatorwaarde van Ellenberg oecologische groep standplaatsfactor stroomdalflora tredplant verlandingsvegetatie xerofiel xerofyt zoutplantSyndynamiek climaxvegetatie fenologisch optimum pioniervegetatie potentieel natuurlijke vegetatie PNV successie vegetatieaspect verlanding Fysiognomie aspect biodiversiteit biomassa boomlaag bos fenologisch optimum formatie grasland inslaggemeenschap kruidlaag lintvormig moeras moslaag mozaiek ondergroei puntvormig schimmellaag strooisellaag struiklaag struweel symmorfologie vegetatieaspect vegetatielaag vegetatiemozaiek vegetatieperiode vegetatiestructuur vegetatietextuur vegetatiezonering vlakdekkend zodeSyntaxonomie associatie associatiefragment constant taxon derivaatgemeenschap differentierend taxon exclusief taxon kentaxon klasse klasse eigen klasse vreemd onderverbond orde preferent taxon presentie rompgemeenschap subassociatie syntaxon syntaxoncode syntaxonomie syntaxonomische rang transgredierend taxon trouw verbondVegetatieonderzoek abundantie bedekking Braun Blanquet methode Frans Zwitserse School International Association for Vegetation Science minimumareaal Plantensociologische Kring Nederland proefvlak releve Shannon index transect vegetatieopname vegetatieschaal van Tansley Zurich Montpellier SchoolVegetatietypen amfibische vegetatie bos dijkvegetatie geriefbos grazige vegetatie houtwal Landelijke Vegetatie Databank mantelvegetatie muurvegetatie rotsvegetatie ruigte struweel tredvegetatie trilveen watervegetatie zoomvegetatieStandaardwerken NL De vegetatie van Nederland VvN Revisie Vegetatie van Nederland rVvN Lijsten lijst van bosgemeenschappen in Nederland lijst van vegetatiekundigen plantkunde van A tot Z vegetatiekunde van A tot Z Beschrijvende plantkunde terminologie voor zaadplanten Algemeen habitus Levensvorm groeivorm fytografie boom boomkruin bladverliezend chamefyt dwergstruik eenjarige plant epifyt fanerofyt fenologie geofyt grasachtige plant groeivorm groenblijvend halfstruik hapaxant heester helofyt hemikryptofyt houtige plant hydrofyt klimplant kruidachtig levensduur levensvorm liaan loofboom loofverliezend meerjarige plant monocarpisch naaldboom overblijvend kruid overblijvende plant pol rozet struik succulent teloomtheorie thallus therofyt tweejarige plant vaste plant waterplantCellen en Weefsels Anatomie amp morfologie apoplast bladgroenkorrel celwand chloroplast collenchym cortex cuticula eicel epidermis felleem fellogeen felloderm floeem gameet gametofyt haar houtvat huidmondje hypodermis intercellulair klierhaar kurk kurkcambium kurkschors merg meristeem middenlamel palissadeparenchym parenchym periderm plantaardige cel plastide schors sclereide sclerenchym spermatozoide sponsparenchym steencel stippel symplast topmeristeem trachee tracheide tylose vaatbundel vacuole vrucht xyleem zaadcel zeefvat zygoteOrganen orgaanstelsels Wortel bijwortel centrale cilinder diktegroei endodermis exodermis luchtwortel medulla merg penwortel pericambium pericykel rhizodermis rizoide secundaire diktegroei centrale cilinder topmeristeem wortel wortelhaar wortelmutsje zijwortelStengel stam bast cambium centrale cilinder cladodium cladofyl concaulescentie cortex diktegroei fyllocladium knoop lenticel metatopie stekel stele spil stengel tak topmeristeem schors stam uitloper vertakking wortelstokBlad ader blad bladgroen bladgroenkorrel bladkussen bladmoes bladnerf bladschede bladschijf chloroplast bladstand bladsteel bladvoet catafyl cladoprofyllum chlorenchym fyllodium fyllotaxis hoofdnerf kokertje ligula nerf nervatuur prefoliatie ptyxis steunblaadje tongetje tuitje vernatie zaadlob zijnerfLevenscyclus bloei voortplanting Bloem gameet spore actinomorf androecium androfoor androgynofoor anthofoor anthere anthotaxis bijkelk bloemstengel bloeiwijze bloemgestel bloem bloembodem bloembekleedsel bloemdek bloemdekblad bloemkroon bloemstengel bractee calyx carpel carpofoor caulis connectivum corolla discus epicalyx estivatie filament funiculus gametofyt gynoecium gynofoor helmbindsel helmdraad helmhokje helmhokje hoogteblad hypanthium hypsofyl inflorescentie integument kegel kelk kelkblad knopligging kroon kroonblad macrospore meeldraad meeldraaddrager microspore nucellus omwindsel ovarium ovulum periant perigoon petaal pollenbuis receptaculum schijf schutblad sepaal sporangium spore sporofyl sporophyllum sporofyt stamper stamperdrager stempel stengel stigma stijl stylopodium strobilus tepaal theca vruchtbeginsel vruchtblad zaadknopkern zygomorfZaad vrucht kieming carpel cotyl cryptocotylair embryo endosperm epigeisch fanerocotylair hypogeisch integument kieming kiemopening kiemwit micropyle micropylaire buis mierenbroodje navelstreng perisperm placenta pluimpje schijnvrucht vaatmerk vrucht vruchtbeginsel vruchtblad zaad zaadbeginsel zaadknop zaadhuid zaadlijst zaadlob zygote Mediabestanden Zie de categorie Epiphytes van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp